woningbouw
Burgerparticipatie neemt druk weg op eerder politiek gevoelig dossier
1 november 2017
De druk lijkt weg te vloeien van een eerder gevoelig dossier: de ontwikkeling van de Zanderij bij Castricum. De gemeente had vier jaar geleden nog mooie plannen in de kast liggen voor het gebied. In het open bollenlandschap tegen het Noord-Hollands duingebied zou wellicht een Landal-vakantiehuisjescomplex komen. De raad was in meerderheid voor maar op het laatste moment ging het plan toch niet door vanwege een strategische grondaankoop van een van de omwonenden.
Er volgde een radiostilte van dik een jaar en daarop volgden de eerste voorzichtige stappen naar een open planproces voor een kadernota voor het 50 ha. grote gebied. Inmiddels is de raad akkoord gegaan met het voorstel om het gebied open te houden en te streven naar een inrichting met natuur. Natuur- en cultuurhistorische aspecten dienen daarbij zoveel mogelijk behouden te blijven. In deze opzet is er ook kans op behoud van de bollenteelt. Voor de gehele ontwikkeling geldt dat die op basis van vrijwilligheid wordt gerealiseerd. Grondeigenaren, omwonenden en lokale maatschappelijke organisaties hebben inmiddels een grote mate van consensus bereikt. Het onderling vertrouwen en begrip is toegenomen. Een enkeling opteert nog wel voor een mogelijkheid met veel woningbouw maar het klimaat is daar helemaal niet meer naar. In het najaar worden de bereikte conclusies nog eens voorgelegd aan een grote groep van belanghebbenden en belangstellenden uit het gebied en daarbuiten. Daarna is de raad aanzet. Grote vraag blijft dan nog wel hoe de gebiedsontwikkeling te financieren. De SKNL-regeling voor het omzetten van landbouwgrond naar natuur biedt wellicht een mogelijkheid maar zal op zichzelf niet voldoende zijn. Natuurbeheerorganisatie PWN stelt zich ook actief op, dus daar liggen ook kansen. Voor de gemeente kans om haar rol als gebiedsregisseur actief voort te zetten om zo mogelijkheden voor samenwerking en financiering te signaleren en te verzilveren.
De meevallers van luchtvaartkrimp op Schiphol
15 januari 2020
Een krimp van Schiphol, in plaats van de geplande groei, levert pas echt een bijdrage aan het klimaatbeleid. Voor de luchtvaart geldt immers eerst verduurzamen en dan pas weer groeien gezien de grote CO2-emissies van ook huidige nieuwe vliegtuigen. Echter de sector wil nu met groei verduurzamen, terwijl die verduurzaming hoogstwaarschijnlijk niet of nauwelijks zoden aan de dijk zet. Bijvoorbeeld elektrificatie is pas over 10 jaar een serieuze optie voor de kleine zakelijke luchtvaart tot 19 passagiers (ivm veiligheid) op de middellange afstand. Overigens willen we die mensen op die afstand juist de trein in hebben. Ook de bijdrage van bijmengen met biobrandstoffen blijft nog heel beperkt.
De economische gevolgen van krimp van Schiphol, zoals verlies van werkgelegenheid, kunnen reuze meevallen, is gebleken uit recent onderzoek. En er zijn ook meevallers voor het klimaatbeleid – door minder CO2-uitstoot – en voor hinderbeperking en ruimte voor woningbouw! Krimpen hoeft niet van vandaag op morgen maar kan geleidelijk plaatsvinden. Dr. Paul Peeters toont aan in zijn proefschrift “Tourism impact on climate change and its mitigation challenges” dat de reissector een krimp van luchtvaart goed kan opvangen. Mensen gaan dan alternatieven kiezen voor hun vliegvakantie. Krimp heeft ook voordelen voor de hinderbeperking en slaapverstoring. Het schrappen van 32.000 nachtvluchten, want dat is een breed gedragen wens, kan daaronder vallen. Een zegen voor al die tienduizenden mensen die nu regelmatig wakker liggen en stress ervaren, met dus ook minder ziekteverzuim en een daling van ziektekosten tot gevolg! Tot slot, minder luchtvaart betekent ook meer ruimte voor woningbouw rond Schiphol. Allemaal economisch voordeel.